Historisch gezien zijn er slechts een beperkt aantal bronnen die het ontstaan van muziek helder kunnen maken. Volgens diverse wetenschappelijke onderzoeken dat is uitgevoerd door veel musicologen, kan wel een theorie worden gevormd die de eerste muziek kan omschrijven. Daarbij wordt gekeken naar:

  • welke periode in de geschiedenis aanduiding geeft voor het ontstaan van muziek
  • waaruit muziek bestond
  • waarom mensen muziek maakten
  • welke maat van ontwikkeling de toenmalige bevolking had

Oudheidkundige bronnen wijzen op het begin van de tweede helft van de laatste ijstijd in Europa. De eerste ‘moderne’ mensen verspreiden zich toen over heel Europa. Het waren jagers, die in hutten en holen woonden, waarbij de kunstwerken die ze maakten bestonden uit grottekeningen en het maken van kleine voorwerpen.

Uit deze periode komen drie soorten instrumenten naar voren: fluiten van teenkootjes, met toongaten en fluiten gemaakt uit holle beenderen. Afbeeldingen uit die tijd illustreren tovenaars met maskers op en een muziekboog.

De conclusie van wetenschappers luidde als volgt: muziek werd als tovermiddel gebruikt, voor rituelen waarbij amper verschil was tussen gezogen woorden of het voortbrengen van klanken. De eerste fluiten zouden gediend hebben als signaalinstrument.

De overstap van eenvoudige signaalfluiten naar fluiten met gaten was fantastisch, en wijst op het begin van muziek als ‘spel’ met een magische effect. Bijzonder is als men een poging doet om de relatie van muziek tot cultuur te achterhalen, er geen volk op aarde bestaat zonder enige vorm van muziekbeoefening.

Vermoedelijk was er geen duidelijke oorsprong van muziek, maar het ontwikkelde zich gestaag vanuit experimenten, doelen en toenemend inzicht, waarbij de mens zich meer bewust werd van de mogelijkheden van toepassen van klant en taal in planmatige vormen. Muziek was dus al vanaf het begin een geregeld geluid, geproduceerd door de mens.

Poging om muziek te verklaren vanuit mythen

In het tijdperk vanaf de oudheid tot aan de middeleeuwen probeerde men muziek te verklaren vanuit mythen. Muziek was van goddelijke oorsprong aan de mens gegeven. In het Bijbelboek ‘Genesis’ wordt een bericht bekend van ene ‘Jubal’ die als eerste een maker was van muziekinstrumenten.

Veel later in de tijd probeerde men een poging te doen om muziek meer vanuit wetenschappelijk oogpunt te verklaren. Charles Darwin bijvoorbeeld dacht dat muziek ontstond uit navolging van dierengeluiden (vogelzang). Carl Stumpf stelde dat gezang ontstond uit het spreken op hogere tonen of door te roepen.

Jean-Jacques Rousseau deed een poging muziek te verklaren vanuit fixering van geluiden als theoretisch van de menselijke taal. Andere theorieën waren dat muziek ontstond uit het arbeidsritme, waar ook de dans uit verklaard zou kunnen zijn. Herbert Spencer stelde dat muziek een uiting van emoties was. Ook werd gezegd dat muziek al bestaat vanaf de babytijd, omdat een kind vanaf zijn geboorte geluid maakt en regelt.

De ontwikkeling van muziek: de oude Grieken

De oude Grieken hebben een prominente rol gespeeld in de ontwikkeling van muziek. Zei vonden instrumenten uit als de monochord en het luchtorgel. Filosofen bestudeerden muziek en de oudst bekende complete muzieklied is een graflief van Griekse oorsprong.

Omdat de Grieken zo’n belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van muziek, behandelen we hieronder enkele kernpunten uit de oude Griekse muziekgeschiedenis: de ontwikkeling, functies, uitvindingen van instrumenten en de aanhoudende invloed van de Griekse muziek.

Muziek kwam volgens de Grieken van de goden

Het woord muziek (zoals wij die kennen) is afgeleid van het Griekse ‘musike’. In deze term zit het woord muze, en dit betekende dan ook letterlijk: ‘de kunst van de muzen’. De muzen waren de negen dochters van de oppergod ‘Zeus’. Deze dochters waren de godinnen van originaliteit en creativiteit.

Muziek kwam volgens de Grieken van de goden. Bij de vereniging van deze goden gebruikte men iedere keer speciale instrumenten, zoals de ‘lyra’ (is een soort harp) voor de god ‘Apollo’. Dit was de god van de orde en schoonheid en werd het meeste bewonderd van alle Griekse goden.

‘Bij de Romeinen was Apollo de god van de muziek’.

De ‘kithara’ oftewel het gitaar, gebruikte men bij de aanbidding van de god van de wijn, ‘Dionysos’. Dit snarenspeeltuig werd bovendien grotendeels gebruikt door Oosterse slavenmeisjes die in Griekenland verbleven.

Periode van culturele bloei en opleving in de muziek

Ongeveer 800 v.Chr. brak in Griekenland periode aan van culturele bloei en opleving in de muziekwereld. Muziek bestond natuurlijk al, want een van de oudste Griekse componisten was de componist Thaletus uit Kreta in de negende eeuw.

In de periode, zeven eeuwen na Christus, werd de Griekse muziek complexer in melodie en qua begeleiding. Twee beroemde muzikanten waren in dit kader Archilodchus en Terpandrus. Een ander voorbeeld van de complexe muziek is het optreden van fluitspeler Sacadas, die een aanzienlijke zege boeke op de Pythische Spelen met een bijzonder stuk muziek dat het gevecht tussen Apollo en een draak afbeeldde.

‘De Pythische Spelen (Oudgrieks: τα Πύθια, ta Pitia) waren in de Griekse Oudheid een panhelleense wedstrijdenreeks die om de vier jaar werd gehouden in Delphi, in het kader van het grote feest ter ere van Apollon Pythios’.

Een revolutie brak los in de Griekse muziek

Omstreeks 400 v.Chr. brak een een revolutie los in de Griekse muziekwereld. Er ontstond een nieuwe, bijzondere muziekstroming onder leiding van twee niet-Europese Grieken. Niet exact weten we wat voor muziek ze maakten, maar beide heren werden rond 400 v.Chr. bespottelijk gemaakt in een schouwburg van de Attische dichter Pherecrates.

Hij liet muziek als persoonsverbeelding optreden in de verschijning van een in lompen gehuld, vertrapte vrouw. Zij treurde dat de muziek voorheen beheerst en mooi was, maar dat de nieuwe stijl de melodie nu schande aan deed.

Bovendien is er iets bekend over circa 150 v.Chr. Uit enkele overgeleverde onbeschadigde stukken, zoals de zogeheten ‘Delfische Hymnen tot Apollo’ bleek dat men wederkeerde naar de ouderwetse stijlen.

Rond de geboorte van Christus is de Griekse muziek veel minder gecompliceerd dan in de eeuwen ervoor. Men ging terug naar de simpelheid en zuiver instrumentale en melodieuze muziek.

De belangrijkste functies van muziek bij de Grieken

Voor de grieken had muziek een flink aantal functies. De belangrijkste hiervan waren:

  • Grieken gebruikten muziek oorspronkelijk niet voor het spelen, maar als een filosofisch- wiskundige omschrijving van het heelal. Net als muziek werk het heelal volgens vastgestelde ritmes en wetten. Daarom ook dat veel Griekse muziek gewijd was aan Apollo, god van de orde en schoonheid.
  • Muziek doordrong door het hele Griekse leven, vanaf de geboorte tot aan de begrafenis. Mede hierdoor werd muziek als een van de primaire schoolvakken beschouwd.
  • De filosoof Plato beweerde dat muziek de natie verenigde. Plato schreef: ‘De volmaakte staat is gericht op de grondslagen van muziek’. Volgens hem moest daarom elke verandering in muziek bestreden worden, want dat zou de staat fataal kunnen worden.
  • Muziek had op grond van de Griekse visie een helende werking. Volgens Aristoteles kon je geestesziekte en godsdienstwaanzin met muziek weer tot rust brengen.

De grieken hebben een aantal beroemde liederen achtergelaten

De oudst befaamde, complete liedtekst bijvoorbeeld. Dit was het zogeheten ‘grafschrift’. Getiteld: grafschrift van Seikilos. Dit was een drinklied, geschreven in Frygische toonladder en speels van klank, afgezien van dat het om een grafschrift ging.

De Frygische toonladder is een van de zeven diatonische hoofdkerk toonsoorten, zoals die in westerse landen wordt gebruikt. Deze toonlader kan je krijgen door op een piano vanaf de ‘E’ een octaaf omhoog te spelen op de witte toetsen, tot de eerstvolgende ‘E’.

Op een papyrus (een vroeg soort schriftdrager) rond 250 v.Chr. is verder de ‘Stasimon Chorus’ , geschreven in omstreeks 400 v.Chr., van de Griekse toneelschrijver ‘Euripides’ gevonden. Vermoedelijk is de muziek door hem zelf geschreven.

Het stuk is een loflied van een solist en gaat over vrouwen van Argos die smeken de goden om Orestes (die zijn moeder vermoorde, omdat zij ontrouw was aan Agamemnon) genadig te zijn.

Tot slot verdienen de ‘Delfische Hymnen tot Apollo een vermelding. Dit liedtekst is pas eind negentiende eeuw terug gevonden in de vorm van inscripties op een buitenmuur in Delphi.

Een inscriptie bestaat uit woorden of letters geschreven, gegraveerd, geschilderd, of op een andere manier aangebracht op een oppervlak. Ze kunnen zowel heel klein als monumentaal zijn. 

Grote invloed van de Griekse muziek

Griekse muziek heeft in een later stadium grote invloed gehad op andere regio’s en op verschillende continenten. De Griekse muziek heeft zo de basis gelegd voor alle muziek in het Oosten (Arabië, Turkije en Perzië) en niet te vergeten voor de westerse muziek.

Pythagoras had veel gezag op de klassieke muziek door het in kaart brengen van hoofdtonen. Hieruit kwamen de zeven Griekse toonsoorten voort. Met name was er sprake van Griekse beïnvloeding van de oude impressionistische muziek in de eerste helft van de twintigste eeuw.

De Griekse muziek had zelfs invloed op jazz en rock muziek. Het meest beroemde gebruik is terug te vinden bij de zogeheten ‘modal jazz’ van Miles Davis op het album ‘Kind of Blue’.

Tot slot: ze zeggen wel eens dat vroeger alles beter was. Muziek vormt hierop geen uitzondering. Vraag het een muziekliefhebber van ongeveer veertig jaar of ouder en hij/zij zal in de meeste gevallen zeggen dat de hedendaagse muziek het niet haalt bij de muziek van vroeger. Is dat wel terecht? Je leest het hier!